Ontwikkeling van verslaving

Hoe lang duurt het voordat iemand gokverslaafd is?

Het is moeilijk om een nauwkeurige schatting te geven van het aantal mensen dat problemen ondervindt door het gokken.

Dit wordt met name veroorzaakt door het feit dat pas in de laatste fase gokproblemen zichtbaar worden voor de speler zelf en voor zijn omgeving. Er ligt een aanzienlijke tijdsperiode tussen de eerste fase van het begin van het spelen en het moment waarop zich de eerste problemen als gevolg van het gokken voordoen.

Deze tijdsperiode varieert van één tot twintig jaar met een gemiddelde van vijf jaar. Ook de tijdsduur tussen het ontstaan en het moment waarop de problemen voor de omgeving zichtbaar worden, is lang.

Bovendien moet de speler eerst voor zichzelf erkennen dat hij een probleem heeft, pas dan zal hij zijn speelgedrag bespreekbaar willen maken. Het kan vervolgens nog een hele tijd duren voordat hij een beroep doet op de hulpverlening.

Mede omdat er bij gokken geen uiterlijk waarneembare symptomen aanwezig zijn, zoals bij alcohol- of druggebruik, kan een speler zijn gedrag en problemen daarbij lange tijd verbergen.

Fasen in de ontwikkeling van gokverslaving
In de literatuur wordt een aantal fasen onderscheiden met betrekking tot de ontwikkeling van gokverslaving.

  • De eerste fase is de fase van “inductie”: de eerste kennismaking met de gokwereld, vaak op jonge leeftijd waarbij met name geëxperimenteerd wordt.
  • De fase van “adoptie”: het op- of overnemen. Op dat moment wordt bepaald of het gokgedrag doorgezet zal worden.
  • De fase van “promotie”: dan is een keuze gemaakt om te blijven gokken. Het gokgedrag groeit dan uit tot een wezenlijke bezigheid van de speler.
  • De verslaving: het tot dan toe beheerste gokgedrag gaat over in een vorm van verslaving.

De meest gebruikte indeling om de ontwikkeling van gokverslaving te beschrijven is die van Custer: de winnende fase, de verliezende fase en de wanhopige fase, waarbij hij een accent legt op de financiële situatie van de gokker.

Aanloopfase

Aan winnende fase gaat vaak nog een aanloopfase vooraf. In deze fase is het van belang wat het spelen in het begin oplevert. Als de speler bij het kennismaken met het kansspel alleen maar verliest, zal hij er in de regel van af zien om door te spelen. Het gevoel van eigenwaarde kan het herhaaldelijk incasseren van verlies niet verdragen. Als het spelen echter naar wens verloopt, komt de speler in de winnende fase terecht.

Winnende fase

Deze fase kent een bepaalde opbouw. In het begin zijn de bedragen waarmee de gokker speelt nog niet zo groot; ze worden echter snel groter. Geld krijgt een andere waarde voor de gokker: aan geld wordt een zekere status ontleend. Er ontstaat een drang naar steeds meer geld bij de gokker. Langzamerhand wordt het spelen hoe langer hoe meer geïntegreerd in het algemene gedragspatroon. Het spelen gaat echter nog niet ten koste van het persoonlijk welbevinden. Vaak verliest de gokker in deze fase zijn gevoel voor realiteit door een geslaagde (vaak zware) gok toe te schrijven aan zijn eigen spelinzicht (“Ik ben er goed in”). Op een bepaald moment komt er een omslagpunt; de volgende fase breekt aan.

De winnende fase wordt gekenmerkt door:

  • af en toe gokken;
  • vaak winnen;
  • opwinding voorafgaand aan en tijdens het spel;
  • vaker gaan gokken;
  • meer geld bij het gokken inzetten;
  • behalen van hoge winst;
  • fantasieën over winnen, opscheppen over resultaten;
  • onredelijk optimisme.

Verliezende fase

In deze fase lijdt de gokker steeds vaker verlies. Hij krijgt meer en meer het gevoel dat hij niet onoverwinnelijk is; zijn gevoel van eigenwaarde dreigt te worden ondergraven. Hij ziet slechts één manier om hier weerstand aan te bieden: het intensiveren van zijn speelgedrag om op deze wijze zijn verloren geld zo snel mogelijk terug te winnen. Het wordt nu voor hem ook steeds pijnlijker om over het speelgedrag te praten. Het liegen, bedriegen en het bedenken van uitvluchten om het speelgedrag te camoufleren nemen toe. De grootste zorg van de gokker is om aan voldoende geld te komen om door te kunnen gaan met spelen. Veel gokkers gaan in deze fase leningen aan bij banken of andere instellingen en beschikken op deze manier weer over geld. Meestal gaat ook het geleende geld op den duur verloren en moet de gokker gaan lenen bij familie of vrienden om schulden elders in te lossen. Deze schuldverplaatsing markeert de overgang naar de volgende fase.

Overige kenmerken van de verliezende fase zijn:

  • langere perioden van verlies;
  • alleen aan gokken denken;
  • verheimelijk liegen;
  • controleverlies;
  • ongezelligheid en verveling in de situatie thuis;
  • fors geld gaan lenen uit legale en illegale bronnen;
  • niet in staat zijn om schulden af te lossen, aflossen uitstellen;
  • persoonlijkheidsveranderingen (prikkelbaarheid, lusteloosheid en terugtrekken);
  • minder zorg besteden aan relatie en gezin;
  • niet in staat zijn om te stoppen met gokken.

Wanhopige fase

Het verplaatsen van schulden geeft de gokker het (irreële) gevoel dat hij zich uit iedere situatie wel weet te redden. Gedeeltelijk ‘verlost’ van zijn schulden, speelt hij verder en verliest opnieuw. In deze fase is er op een gegeven moment sprake van een stadium waarin de gokker veelal te kampen heeft met alle tragische effecten van zijn speelgedrag: enorme schulden, verlies van sociale contacten en relaties, vaak verlies van werk of inkomsten, psychische en lichamelijke klachten. Het spelen biedt geen uitkomst meer. De gokker is de wanhoop nabij en de kans bestaat dat hij zijn toevlucht zoekt in vluchten, zelfmoordpogingen (volgens Custer onderneemt één op de vijf gokverslaafden een zelfmoordpoging) of criminele activiteiten waardoor hij met politie en justitie in aanraking komt. Sommigen komen in dit stadium bij de hulpverlening terecht.

In deze fase overheerst het feit dat aan spelen meer tijd en geld wordt besteed dan aan andere zaken. Voorts ziet men:

  • verdere vervreemding van relaties, gezin en vrienden;
  • ontstaan van paniek;
  • criminaliteit die grotere vormen gaat aannemen;
  • ontstaan van wroeging;
  • aantasting van de reputatie als speler;
  • de schuld van het verliezen bij anderen leggen;
  • toename van criminele activiteiten.

Herstel van de gokverslaving

Bij het herstel van de gokverslaving worden ook nog drie fasen onderscheiden: de kritieke fase, de fase van herstel en de fase van groei naar een nieuwe manier van leven.
Door hopeloosheid, schulden, arrestaties, suïcidegedachten en andere negatieve psychische en sociale consequenties komt de speler noodgedwongen voor een keuze te staan.
De vraag om hulp is een van de keuzes die kunnen bijdragen tot herstel.

Kritieke fase

Het herstel wordt ingezet door de overgang naar de kritieke fase. In deze fase is het volgende te zien:

  • er ontstaat de wens om geholpen te worden, hoop;
  • er wordt weer enige eigen verantwoordelijkheid genomen;
  • realisme gaat overheersen, een keuze voor stoppen kan gemaakt worden;
  • denken wordt helderder;
  • de eerste problemen worden opgelost, eventueel kan het werk hervat worden.

Herstelfase

De gokker kan dan terecht komen in de fase van herstel, van opnieuw opbouwen, met daarin:

  • maken van herstelplannen;
  • betalen van rekeningen, budgetteren;
  • opmaken van een balans van zwakten en sterkten;
  • het vertrouwen uit de omgeving begint terug te komen;
  • verbetering van de relaties met partner en familie;
  • ontstaan van nieuwe interesses;
  • minder irritatie en gespannenheid en meer ontspanning.

Fase van groei – de laatste fase

In de laatste fase, de fase van groei naar een nieuwe manier van leven:

  • vermindert de preoccupatie met gokken;
  • kunnen problemen weer zelfstandig en adequaat aangepakt worden;
  • kan de gokker weer aandacht besteden aan anderen, kan hij emoties gaan tonen.

Ontwikkelingsfasen bij de omgeving van de gokker

Deze indeling in fasen is ook te maken voor de ontwikkelingen die de mensen uit de omgeving van een gokker zoals ouders, partners, familie en vrienden, doormaken. Daarbij moet worden aangetekend dat in een aantal gevallen het gokprobleem van de partner aanleiding is om de relatie te verbreken. Maar zelfs dan moet de partner door een aantal herstelfasen heen, vergelijkbaar met die van de gokker en wellicht ook vergelijkbaar met anderen die moeten herstellen van een ingrijpende negatieve levenservaring.

Een bijzonder element voor de mensen uit de omgeving is het herstellen van vertrouwen in eigen en andermans gedrag.

Geraadpleegde literatuur:

  • Handboek deskundigheidsbevordering, door Miriam Fris, Stichting AGOG Nederland, 1995
  • Gokverslaving, door Toon de Vos (redactie), Swets & Zeitlinger, 1995

Vind de AGOG-bijeenkomst bij jou in de buurt:

Voor informatie over de groep in je omgeving kun je onderstaand het AGOG-telefoonnummer bij jou in de buurt vinden. Geen gehoor maar wil je wel direct iemand spreken? Bel: 0800 – 22 777 22 (gratis). Of stuur ons jouw bericht via het reactieformulier. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met je op.

Alkmaar (Raymond) 06 391 895 31
Alkmaar (Gerben) 06 356 107 72
Almere (Dick) 06 166 268 78
Almere (René) 06 201 430 00
Amsterdam (Raymond) 06 110 938 96
Arnhem (Kevin) 06 194 580 94
Arnhem (Frits) 06 250 848 35
Breda (Rob) 06 525 414 14
Den Bosch (Robin) 06 364 944 30
Den Haag (Erwin) 06 218 106 08
Den Haag (Alex) 06 496 413 61
Eindhoven (Rian) 06 187 449 96
Twente (Koen) (ook Whats App) 085 04 709 05
Groningen (Johan) 06 202 919 30
Haarlem (Nico) 06 109 739 65
Haarlem (Amanda) 06 244 110 07
Kerkrade oneven weken (Lia) 06 270 423 04
Kerkrade oneven weken (Roel) na 18.00 uur 06 539 244 45
Leeuwarden (Johan) 06 202 919 30
Maastricht even weken (Lia) 06 270 423 04
Maastricht even weken (Roel) na 18.00 uur 06 539 244 45
Nijmegen (Feite) 06 191 950 65
Oss (Selma) 0412 636168
Rotterdam (Roy) 06 278 984 12
Rotterdam (Leander) 06 114 435 48
Rotterdam (Henk) 06 218 851 99
Utrecht (Marco) 06 245 599 34
Venlo (Eric) 06 543 483 74
Zwolle (Johan) 06 271 470 85
Enschede: 06 570 745 40 (Koen)
Koen 06 570 745 40
Zwolle
06 27147085 (Johan)
Venlo
06 54 34 83 74 (Eric)
Utrecht
06 245 599 34 (Marco)
Rotterdam
06 218 851 99 (Henk) & 06 114 435 48 (Leander)
Oss
06 461 793 61 (Kevin) 0412 63 6168 (Selma)
Nijmegen
06 191 950 65 (Feite)
Leeuwarden
06 202 919 30 (Johan)
Kerkrade
06 270 423 04 (Lia) 06 53924445 (Roel)
Haarlem
06 109 739 65 (Nico) Amanda 06 24411007
Groningen
06 202 919 30 (Johan)
Eindhoven
06 18744996 (Rian)
Den Haag
06 142 935 30 (Chris) & 06 496 41 361 (Alex)
Breda
06 52 541 414 (Rob)
Arnhem
06 194 580 94 (Kevin) / 06 250 848 35 (Frits)
Amsterdam
06 110 938 96 (Raymond)
Alkmaar
06 152 275 20 (Raymond)
Almere
06 166 268 78 (Dick) 06 214 3000 (René)